In de Volkskrant verscheen op 2 augustus een artikel over de nieuwe generatie 'TikTok kunstenaars': Dankzij TikTok hebben jonge kunstenaars geen galeries meer nodig . Voor de oudere generatie kunstenaars en kunstminnaars is dit nu nog een parallelle wereld. Maar zo vraag ik mij toch wel al heel lang af (gezien alle digitale ontwikkelingen van de laatste decennia) wat voor de jongere generatie bv nog de waarde van een stilstaand beeld is (of het nu een foto of een schilderij of een beeldhouwwerk is). Voor die jonge generatie moet alles steeds sneller en spectaculairder dansen, springen en liefst exploderen. Een nieuwe vorm die door de massaliteit ook steeds vluchtiger moet worden, dat kan niet anders omdat er zóóóveel (ook heel veel mooie en spannende dingen!) geproduceerd wordt dat geen mens dat allemaal meer kan volgen. Kan er überhaupt nog kunst met eeuwigheidswaarde geschapen worden? Waarbij natuurlijk altijd de vraag blijft hoe eeuwig Michelangelo, Rubens en Van Gogh straks écht blijken te zijn. Een vraag waar misschien de huidige jonge generatie over een jaar of 50 als ze niet meer jong is beter antwoord op kan geven dan wij dat nu kunnen. Want deze jonge generatie, al geboren in de digitale wereld, heeft nu al veel meer afstand tot die 'eeuwige' kunstenaars dan wij zelf hebben vanuit opvoeding en/of opleiding. De vraag die dit artikel ook bij mijzelf weer opnieuw oproept is: wat en wie wil ik bereiken met mijn eigen kunst die misschien gestoeld is op een geheel achterhaald principe? We voelen de drang, hebben de behoefte om 'iets' te maken, iets moois of omdat we iets willen vertellen. Maar voor wie doen we dat? Wie willen wij iets vertellen en wát kunnen wij nog vertellen?